Als je als ondernemer een duidelijk overzicht van je boekhouding nodig hebt, heb je een balans nodig. Hierop staan alle bezittingen, schulden en het eigen vermogen van een onderneming op een bepaald moment. Aan de debetzijde (linkerkant) van de balans staan alle bezittingen en aan de creditzijde (rechterkant) staan het eigen vermogen en de schulden. De schulden wordt ook wel het vreemd vermogen genoemd. Op de balans wordt onderscheid gemaakt tussen schulden op de lange termijn en de korte termijn. Dit heet het lang vreemd vermogen (LVV) en het kort vreemd vermogen (KVV).
Lang en kort vreemd vermogen
Op de balans staan dus aan de linkerkant de activa (alle bezittingen) en aan de rechterkant staan de passiva (hoe de bezittingen zijn betaald). De passiva-kant bestaan uit het eigen vermogen en het langlopende en kortlopende vreemd vermogen. Onder het vreemd vermogen valt al het geleende geld, dus alle leningen en alle rekeningen die nog (terug)betaald moeten worden. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen twee soorten vreemd vermogen: lang en kort vreemd vermogen. Met lang vreemd vermogen bedoelen we leningen en schulden die een looptijd hebben van meer dan een jaar, zoals een hypotheek of een andere grote lening. Daarnaast hebben we ook nog het kort vreemd vermogen. Dit zijn alle leningen en schulden met een looptijd van minder dan een jaar.
Kort vreemd vermogen
Voorbeelden van kort vreemd vermogen zijn crediteuren, bankschulden en nog te betalen belastingen. Iedere schuld aan een onderneming, bank of aan de overheid die binnen een jaar betaald moet worden, valt onder het kort vreemd vermogen.
Het kort vreemd vermogen wordt berekend door alle kortlopende schulden op een bepaald moment bij elkaar op te tellen. Op de creditzijde van de balans staan al deze schulden. Door de balansposten crediteuren, bankschulden, te betalen belastingen etc. bij elkaar op te tellen krijg je het totale kort vreemd vermogen. Als je alle langlopende schulden bij elkaar optelt, zoals een hypotheek, onderhandse lening en obligatielening krijg je het totale lang vreemd vermogen. Hieronder staan de meest voorkomende vormen van schulden die vallen onder het kort vreemd vermogen.
Leverancierskrediet
Leverancierskrediet betekent dat een onderneming goederen heeft besteld en/of ontvangen, maar de rekening nog moet betalen. Dit staat altijd onder het kopje crediteuren. Het leverancierskrediet valt onder het kort vreemd vermogen omdat de rekening altijd op korte termijn betaald moet worden. Op de meeste rekeningen staat dat er binnen 14 of 30 dagen aan de betalingsverplichting moet worden voldaan.
Bankkrediet of banklening
Een veel voorkomende vorm van kort vreemd vermogen is het bankkrediet. Als je als bedrijf te weinig geld hebt, dan kan je ervoor kiezen om een lening af te sluiten bij de bank. Er worden dan afspraken gemaakt met de bank, bijvoorbeeld over de hoogte van de rente en de termijn waarbinnen de lening afgelost moet worden. Als deze aflos termijn binnen één jaar is, dan is er sprake van een kort vreemd vermogen. Een veel voorkomende vorm van deze banklening is de rekening courant. Dit wordt door veel mensen ook wel ‘rood staan’ genoemd. Dit is een rekening waarbij je elke dag bij- en afschrijvingen kunt doen. Maar in tegenstelling tot een gewone rekening kun je met deze rekening ook in de min, ofwel rood staan.
Koop op afbetaling
Als je als ondernemer een kortlopende lening afsluit bij een andere onderneming, maar wel direct eigenaar bent van het product dat je hebt gekocht, dan heb je een koop op afbetaling. Koop jij als bedrijf nieuwe bedrijfswagens, maar kun je deze niet in één keer betalen? Ondanks dat je het bedrag in termijnen aflost, zijn de bedrijfswagens al wel van jou. De betaling in maandelijkse termijnen is het kort vreemd vermogen. Een veel voorkomende vorm van koop op afbetaling is financial lease.
Afnemerskrediet
Afnemerskrediet betekent dat een onderneming zichzelf vooruit laat betalen door een klant. Op de balans kun je dit terug vinden onder het kopje ‘vooruit ontvangen bedragen’. Een klant heeft een bestelling geplaatst en betaald, maar de onderneming heeft de bestelling nog niet geleverd. De onderneming krijgt van de klant een krediet (geld) en lost deze lening af door de bestelling (product) te leveren. Er staat dus al wel geld op de rekening, maar de onderneming heeft nog een schuld in de vorm van het nog te leveren product. Afnemerskrediet valt ook onder kort vreemd vermogen, omdat de bestelde goederen op korte termijn moeten worden geleverd.
Huurkoop
Huurkoop lijkt een beetje op afnemerskrediet. Bij afnemerskrediet is de klant bij het doen van de betaling direct eigenaar, maar bij huurkoop is de afnemer pas eigenaar als de laatste betaling is gedaan. Van huurkoop is sprake als een afnemer een product of een dienst huurt met de intentie het product te kopen. De huur die de afnemer betaalt is een vooruitbetaling op het eigendomsrecht op het product. De onderneming ontvangt in dit geval dus geld, maar heeft feitelijk het product nog niet geleverd. Het kort vreemd vermogen van de onderneming is de vaak maandelijkse betaling die de klant doet waarvoor de tegenprestatie nog moet worden geleverd. Een veel voorkomende vorm van huurkoop is operational lease. Operational lease kan bijvoorbeeld het leasen van een auto zijn. De auto blijft eigendom van de leasemaatschappij en je betaalt maandelijks aan hen voor het gebruik.
Te betalen belastingen
Als onderneming ben je verplicht om belasting te betalen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan omzetbelasting. Dit is belasting die betaald moet worden over de omzet van het afgelopen kwartaal. Wanneer een onderneming belastingaangifte heeft gedaan en op basis daarvan een aanslag heeft ontvangen, ontstaat kort vreemd vermogen. De onderneming heeft op dat moment namelijk een kortlopende schuld bij de belastingdienst Belastingschulden staan op de balans als ‘te betalen belastingen’.